Skip to main content

“Is man merely a mistake of God’s? Or God merely a mistake of man?”

– Friedrich Nietzsche

Deze week herdenken we de aanslagen van 22 maart, de zoveelste islamistische terreurdaad in een lange rij. Dat brengt een individu toch aan het denken over de samenleving waarin hij leeft. In een maatschappij als de Belgische, waar sprake is van democratisch samenleven, ontstaan breuklijnen en conflicten die hun oorsprong halen uit intolerantie en onwetendheid.

Die conflicten leiden in extreme gevallen tot taferelen als die op 22 maart. Als we naar de profielen van de daders kijken, dan zien we dat ze uit achterstandswijken, ja zelfs, getto’s komen die vaak een broeihaard voor intolerantie zijn, her en der in West-Europa. Waar een overgroot deel van mensen zich met een dezelfde, vaak gesloten groep identificeren, en waar sprake is van hoge criminaliteit en armoede. In die context ontstaan vaak de eerste neigingen naar extremisme.

De kleine groep ‘die-hard’ extremisten die in de wijken woont, neemt meestal een slachtofferrol aan. Wat in sommige gevallen misschien terecht is, maar nooit hun daden goedpraat.

Multiculturaliteit gaat gelukkig verder dan de negatieve uitwassen. Wat van de Belgische samenleving juist zo’n boeiende samenleving maakt, is het feit dat er zoveel andersheid deel van uitmaakt.

Toch moet een samenleving niet alleen vanuit cultureel standpunt mooi zijn, ze moet ook los van de ideologische verschillen kunnen functioneren. Daar hebben we in België de sleutel nog niet voor gevonden, misschien ook omdat die sleutel niet bestaat en het ideaalbeeld te hoog gegrepen is.

Een samenleving waar iedereen tolerant is en gelijk behandeld wordt, is voor velen onder ons een utopie, die hoogstwaarschijnlijk nooit het daglicht zal zien. Maar men kan en moet werken naar een samenleving waarbinnen alle leden elkaars vrijheid aanvaarden. Hoewel samenlevingsvormen met diverse godsdiensten en ideologieën niets nieuws zijn, is er toch er een brede consensus binnen de sociale wetenschappen dat het tijdperk waarin we nu en ook in de toekomst zullen leven, er eentje is van heterogene samenlevingsvormen. Dat is geen keuze, dat is geen beleid maar wel een deel van de evolutie van de moderne mens.

“The million dollar question” luidt dan ook: hoe zorgen we ervoor dat er in die samenleving mensen opstaan die ontsporen, en ons taferelen als de aanslagen van 2016 door het hart rammen? Nogmaals, daar is geen wondermiddel voor, maar om religieus extremisme tegen te gaan, kan men bepaalde ideeën uit de filosofie naar voor schuiven. Het zou een goed begin zijn.

Een voorbeeld dat ik vandaag aanhaal, is dat van de Averroes. Hij was een humanist uit de gouden eeuw van de Islam. Averroes was een jurist met een liefde voor literatuur en filosofie. Mede door zijn commentaren op filosofen als Plato en Aristoteles, werden de teksten van de Griekse titanen naar het Latijn vertaald. Daardoor kreeg het Westen, dat sinds de late antieke tijd de voeling met het Atheense denken verloren was, opnieuw aansluiting bij haar bekendste grondleggers.

Toch is dit artikel geen “appreciatiepost” voor de verloren filosofie die Avveroes weer oprakelde, maar een erkenning van zijn theologische reflex, die vandaag enorm nuttig is.

Averroes behoorde tot de neo-aristotelische school. Zijn opleiding als jurist heeft een groot deel van zijn werken beïnvloed. Daaruit haalde hij bijvoorbeeld de term “Ijtihad”. Een Arabisch woord, dat staat voor de onafhankelijke interpretatie van de koran en de hadith (overlevingen van de gewoontes en daden van de profeet Mohammed). Averroes was zeker over het feit dat het niet enkel zijn taak maar ook zijn verplichting was om de Koran te bestuderen en op een empirische en filosofische wijze te toetsen. Om zijn standpunt te onderbouwen maakte hij gebruik van diverse koranverzen, waaronder de volgende: ‘nodig uit tot de Weg van jouw Heer, met wijsheid en weloverwogen bewoordingen, en redetwist met hen op de beste manier. Waarlijk, jullie Heer weet het beste wie afdwaalt van Zijn Pad en Hij weet beter wie de rechtgeleiden zijn.’

In zijn werk Al-Kashf ‘an Manahij al-Adillah heeft Averroes aangekaart dat je bewijs moet vinden voor de bevindingen in de heillige boeken, al gaat het om schijnbaar onwankelbare fundamenten zoals het bestaan van een god. Zo kwam Averroes tot de conclusie – 50 jaar voor Thomas Van Aquino op zijn manier exact hetzelfde zou doen – dat God bestaat. Dat deed hij door meerdere ontologische argumenten aan te halen, zoals het bestaan van macht, vrijgevigheid…

Voor de meeste mensen zijn dergelijke argumenten vandaag ongeldig, maar men moet het werk van Averroes dan ook in een bepaalde tijdsgeest plaatsen. Als ik ze situeer in het 12de-eeuwse kalifaat, kan ik niet anders dan concluderen dat het een heel gewaagd standpunt is. Averroes ging met zijn redeneringen niet enkel in tegen de hegemonie van één denkbeeld, hij creëerde ook ruimte voor een nieuwe “Zeitgeist”, waarbinnen men zich realiseert dat alles zowel filosofisch als empirisch getoetst kan worden. Dat ook dogma’s, al zijn ze afkomstig van heilige boeken of belangrijke teksten, getoetst moeten worden. Voor een gelovige als Averroes was dat een grote sprong voorwaarts, want hij liet zijn enige houvast los om te zien of dat wel sterk genoeg was.

Islamologen zijn het vandaag niet eens over de vraag of men de koran wel of niet mag bestuderen, ook al zijn de werken van Averroes onderbouwd met verzen uit de koran. Waar er wel een consensus over is, is dat   de filosoof uit Córdoba plaats geeft aan empirie en rationaliteit binnen een godsdienstige context. Dat vertrekpunt zou men ook bij ons kunnen hanteren, in het onderwijs, meer in het bijzonder in levensbeschouwelijke vakken die de respectievelijke “heilige teksten” analyseren en toetsen. Om daaruit dan conclusies te trekken over welke teksten voor het leeuwendeel symbolisch geïnterpreteerd moeten worden, en welke teksten al dan niet letterlijk.

Zo kan men teksten over relevante thema’s als seksisme, homofobie en geweld tegen ongelovigen toetsen op basis van empire en rationaliteit. Idealiteir is het voor elk individu duidelijk dat discriminatie en geweld fout zijn. Maar dat is de ideale wereld. In de werkelijkheid kan men dogmatische argumenten die seksisme, homofobie, geweld goedkeuren niet wegnemen door ze te framen als abuis. Daar pak je het probleem niet mee aan, maar maak je enkel de onwetendheid groter.

Daarom is het een heel nuttig idee dat elke leerling die godsdienstonderwijs volgt, zich heel bewust is van wat hij of zij aan het lezen is, en hoe hij of zij dat kan interpreteren in een hedendaagse context. Op die manier leren leerlingen niet enkel aan hoe ze moeten redeneren, maar zijn ze ook minder geneigd te buigen voor extremisme.

Een interpretatie van de teksten op basis van informatie die ze volgens de regels van de kunst hebben opgezocht, geeft hun dan ook de keuze om los van het dogma te bepalen hoe ze teksten moeten interpreteren.

Zoals eerder vermeld bestaat er geen wondermiddel tegen extremisme en botsingen binnen een multiculturele samenleving. Maar het objectief kunnen analyseren van “heilige teksten” zoals Averroes dat deed, iets wat vandaag nog te weinig gebeurt, is een stap in de goeie richting. Een dergelijke aanpak opent niet enkel het debat voor godsdienst, maar schept ook ruimte voor meer levensbeschouwelijke en maatschappelijke tolerantie. Deze omgang met religie zou   het vrije woord en het empire de ook de voorrang geven die ze verdienen, en ieder hoe dan ook de vrijheid van religie waarborgen.

Samenleven is geen makkelijke taak, zeker niet als je zoveel groepen hebt die doorheen de geschiedenis zo vaak ideologische strijd geleverd hebben. De weg naar tolerantie, begrip en wederzijds respect is lang en steil. Hij zal bezaaid liggen met struikelblokken. Maar als we een dogma beantwoorden met een dogma, of diepe ideologische verschillen onder de radar laten glippen, zullen de breuklijnen enkel en alleen groter worden.

Niets mag onbespreekbaar zijn en alles mag in vraag gesteld worden, enkel dan zullen we elkaar beter leren begrijpen.

(Met dank aan Dirk Verhofstadt, wiens boek “de Liberale Canon” een grote inspiratie vormde voor dit stuk.)

Akbar Ali Akram (Bestuurslid LVSV Brussel) voor De Liberale Wereld