Voor liberalen is vrijheid een kernbegrip, vrijheid van ondernemen, mening, pers, geloof, etc. Maar vrijheid is ook een abstract begrip. Wat wordt er concreet mee bedoeld? Het is meer dan enkel en alleen vrij te zijn binnen de regels die de overheid ons oplegt. Wij zullen het concreter maken door ons te focussen op twee vormen i.e. positieve en negatieve vrijheid.
Rivalen die tegenover elkaar staan:
Negatieve vrijheid duidt het domein aan waarbinnen iemand ongestoord door andere kan doen of zijn wat in zijn vermogen ligt. Zo stelde John Locke: “als er geen wet is, is er geen vrijheid”, omdat de wet van de rede richting geeft aan het algemeen welzijn van een mens.
Positieve vrijheid gaat over de mate waarin iemand meester is over zijn eigen bestaan en heeft betrekking op de waarde van de gemeenschap, culturele identiteit en culturele zelfbeschikking.
Toepassing:
Als mens ben je onderdeel van de samenleving, dat wil zeggen dat je je aan regels van de overheid moet houden. Dat beperkt je vrijheid (negatieve vrijheid). Om je te onderscheiden in de samenleving, breek je enigszins met die regels om zo erkenning te kunnen krijgen als individu (positieve vrijheid). Door middel van vrije wil kan je je onderscheiden van de ander. Het betuigt hier een spanningsveld tussen positieve en negatieve vrijheid, voor elk individu zal dit spanningsveld ergens anders liggen.
Liberalen kunnen eindeloos debatteren over de stelling: ‘ieder individu kan zich zoveel positieve vrijheid veroorloven als de negatieve vrijheid toelaat’. Hier balanceer je op een spanningsveld tussen anarchie en tirannie. Men durft al eens te argumenteren dat een teveel aan positieve vrijheid anarchie in de hand zou werken, maar een teveel aan negatieve vrijheid zou tirannie in de hand werken. Dit zijn gesprekken die wij als leden van De Liberale Wereld met elkaar aangaan, vroeger met een pint op café, nu met een e-peritief op een zoomcall…
Alexander Potloot & redactie De Liberale Wereld