“Het regelgevend fetisjisme van de overheid is paradoxaal en contraproductief.”
Het regelgevend fetisjisme van de overheid is paradoxaal en contraproductief. In deze korte bijdrage verduidelijk ik het paradoxaal karakter van het huidige beleid. In deze bijdrage zal ik de repressieparadox in abstractie toelichten.
“Waar vraag is, is aanbod.”
Ten eerste is de ons drugsbeleid niet effectief, het mist haar doel. De overheid is zeer gretig in het verbieden van de handel in cannabis. Hier wordt meteen een eerste paradoxale karakteristiek bloodgelegd. De overheid hoopt, tevergeefs, dat een verbod op de verkoop van cannabis een handel hierin uitsluit of minstens zwaar bemoeilijkt. Echter vergeet deze overheid een fundamenteel principe van de economie: waar vraag is, is aanbod. De poging om een markt voor cannabis onmogelijk te maken, heeft tot gevolg dat er zich een moeilijk controleerbare markt ontwikkelt. Tot deze markt heeft iedereen toegang, ook minderjarigen.
“Wanneer het aanbod kleiner is dan de vraag stijgt de waarde van het product.”
Een tweede paradoxaal effect is dat het illegale karakter van cannabis. De illegaliteit doet cannabis juist in waarde stijgen. Voor producenten, vervoerders, verkopers en al de andere schakels van deze markt worden hun activiteiten nog winstgevender. Dit is een logische deductie van die andere twee economische basisprincipes: 1) wanneer het aanbod kleiner is dan de vraag stijgt de waarde van het product en 2) hoe groter het risico, hoe groter de winst.
Het verbod op handel in cannabis heeft tot gevolg dat criminele organisaties een niet te onderschatten economische oppurtuniteit in haar schoot geworpen krijgt. Een oppurtuniteit waarmee zwaardere criminaliteit en de instandhouding van die criminaliteit kan worden gefinancierd. Terwijl de overheid steeds meer geld moet investeren in haar repressiebeleid, worden de criminele organisaties steeds groter, rijker en geweldadiger.
“Dat een repressief drugsbeleid in het het belang van de volksgezondheid is, is dogmatische flauwekul.”
Om het repressieve beleid te rechtvaardigen, wordt de volksgezondheid al snel als reden gegeven. Dat een repressief drugsbeleid in het het belang van de volksgezondheid is, is dogmatische flauwekul. Hiermee komen we aan het laatste paradoxaal effect dat hier zal worden besproken. Door de uitsluiting van een legale markt, wordt ook de controle (door de overheid) over de markt uitgesloten. Waar de overheid als controlerend orgaan optreedt in de voedsel-, alcohol- en tabaksindustrie is deze controle afwezig op de cannabismarkt.
De enige controleur op de cannabissmarkt, zijn de schakels binnen deze markt. De verhandelaar controleert de producent, want een verkoper heeft belang bij een goed product. Vervolgens controleert de eindgebruiker de verkoper, want de koper wilt normaliter een kwalitatief product.
De illegaliteit van de markt bemoeilijkt deze autonome marktcontrale, aangezien de “controleurs” hun bevindingen niet op een legale manier kunnen delen. Op geen enkele manier kan cannabis van slechte kwaliteit worden aangegeven bij bevoegde instanties. Er is geen enkele instantie die kan controleren of er gevaarlijke stoffen, zoals pesticiden, werden gebruikt bij de kweek van de verhandelde cannabis. De regulering geeft de maatschappij de controle over de manier waarop cannabis wordt geproduceerd.
“De praktijk spreekt het narratief van de overheid tegen.”
Destemeer frappant is dat de overheid nog steeds standvastig vasthoudt aan een algemeen verbod op cannabis. Echter zien we dat de praktijk het narratief van de overheid tegenspreekt.
In België is er een soort van gedoogbeleid wat betreft het bezit van cannabis. Het bezit van een marginale hoeveelheid drugs heeft de laagste vervolgingsprioriteit. De overheid laat het illegaal gebruik van illegaal geproduceerde cannabis wel toe, maar weigert een legaal kader te creëren waarin cannabis op een meer verantwoorde manier kan geproduceerd en geconsumeerd worden.
“Reguleren, sensibiliseren en taxeren”
Mijn voorstel kan alsvolgt worden samengevat: reguleren, sensibiliseren en taxeren. Er moet dringend een regulerend kader komen omtrent de productie en consumptie van cannabis.
Het is niet de bedoeling dat we het gebruik van cannabis aanbevelen, integendeel. Net zoals tabak, alcohol, suiker, fastfood, … , is het onverantwoordelijk en overmatig gebruik ervan slecht voor u. Echter geloven wij dat die keuze bij een goed geïnformeerde burger ligt. De overheid moet de burger sensibiliseren en informeren over de gevaren die substantiemisbruik met zich meebrengt.
Tot slot moet de verkochte cannabis getaxeerd worden. Een taxatie van cannabis brengt geld op, dat integraal kan worden gebruikt voor sensibiliseringstrajecten, verslavingstrajecten en gezondheidszorg. Zeer goede voorbeelden hiervan zijn Canada en enkele Amerikaanse staten.
“Van repressie naar preventie”
De legalisatie of regularisatie van de markt zou het geld efficiënt kunnen relocalisseren. De focus kan dan worden verlegd van repressie naar preventie en hulp. Dit wil zeggen dat men het geld dat nu wordt besteed aan repressie en de gedorven belastingsinkomsten kunnen worden gebruikt om drugsgebruik te ontraden en problematische drugsgebruikers beter te helpen.
Als we kijken naar de landen waar er reeds gereguleerd werd merken we op dat dit zeer veel kan opleveren voor de schatkist d.m.v. accijnzen. Burggraeve berekende dat dit €1,6 miljard kan opleveren aan de Belgische schatkist.
Een goed gereguleerde markt zal niet alleen zorgen voor opbrengsten d.m.v. accijnzen, het zal ook onrechtstreekse gevolgen hebben. Zo zullen er naar schatting tussen de 28.000 à 38.000 jobs worden gecreëerd.
Cannabis heeft overigens meer toepassingen dan medicinaal en genotsgebruik. Naar schatting kunnen er 25.000 verschillende soorten producten van de hennepplant worden vervaardigd, gaande van cosmetica tot touwen.
Robbe Vos – Redacteur De Liberale Wereld & President DLW-Academy