Waarom het opleggen van een avondklok definitief komaf maakt met onze rechtstaat.
Vooreerst wensen we duidelijk aan te geven dat de recente nieuwe uitbraak van het coronavirus ernstig is en dit ingrijpende maatregelen vereist. Geen zinnig mens kan dit heden nog betwisten.
Wat betreft het overheidsingrijpen en de vereiste maatregelen is het echter belangrijk dat ze een voldoende maatschappelijk draagvlak hebben. Bij elke overheidsmaatregel is het essentieel dat men dit goed doordacht doet en dat men deze duidelijk motiveert. Aldus behouden de burgers het vertrouwen in het overheidsoptreden en worden de maatregelen ook daadwerkelijk toegepast en niet omzeild.
Net hier knelt het schoentje. De invoering van de avondklok is een disproportionele maatregel, ze is ongrondwettelijk en ze ondermijnt het maatschappelijk draagvlak dat we nodig zullen hebben in de marathon die we met zijn allen lopen tegen het coronavirus.
We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de invoering van de avondklok vooral een bliksemafleider is voor het falend overheidsbeleid wat betreft de meer dan gebrekkige contactopsporing. Elke amateurviroloog weet ondertussen uit de voorbeelden in het buitenland dat het voorkomen van een tweede golf valt of staat met een snelle en adequate contactopsporing. Ook de Vlaamse regering wist dit en net daarom werd een samenwerkingsverband opgezet met vijf mutualiteiten, een callcenter en een consultant en dit voor een bedrag van 100 miljoen euro.
Deze contactopsporing draait ondanks het feit dat ze werd opgestart op 11 mei nog steeds vierkant. Het gevolg is dat steden en gemeenten moeten improviseren en elk op zich een eigen vorm van contactopsporing opzetten om de dijkbreuk enigszins te stoppen.
In een recent interview deed de gouverneur van Antwerpen, Cathy Berx er nog een schepje bovenop. Niet alleen stelde ze dat de invoering van de avondklok in haar ogen geenszins ondemocratisch is, maar bovendien herleidde ze de grondwet met al haar rechten en vrijheden tot één absoluut grondrecht, namelijk “het recht op leven”.
Het is ten gevolge deze boute stelling die de facto niet alleen de Grondwet maar ook alle door het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens gegarandeerde fundamentele rechten en vrijheden naar de vuilnisbak verwijst, dat stilzitten niet langer een optie is. Wat de Antwerpse Gouverneur betreft zijn alle andere grondrechten dus “relatief”.
Het past hierbij toch even in herinnering te brengen wat de hoedanigheid is van een gouverneur. Hij/Zij is in de eerste plaats een ambtenaar en niet een politiek orgaan. Het is dan ook ongezien dat een ambtenaar aangeeft dat wat haar betreft bijna alle grondwettelijke rechten en vrijheden relatief zijn en niets haar ervan zal weerhouden om desnoods de Grondwet verder te ontmantelen.
Binnen een democratie zijn er duidelijke grenzen aan de macht van de gemeenschap over het individu. Democratieën moeten niet alleen oog hebben voor de meerderheid van de bevolking maar in feite voor elk individu. Dat maakt dat elke maatregel die bepaalde rechten en vrijheden van minderheden of individuen inperkt, getoetst moet kunnen worden door de wetgevende en de rechterlijke macht en het moet uitmaken van het maatschappelijk debat.
De Grondwet vervult hierin een essentiële rol. Zij is als het ware de poortwachter van onze rechten en vrijheden die erin werden vastgelegd. Wie de Grondwet wil aanpassen moet vooreerst duidelijk aangeven wat men wil wijzigen en hiervoor moet men een meerderheid vinden in het parlement. Eenmaal deze kaap genomen is, wordt dit voorgelegd aan de kiezer en vervolgens kunnen deze artikelen desgevallend gewijzigd worden met een twee derde meerderheid.
De Grondwet bevat aldus allerhande grendels om te voorkomen dat een toevallige meerderheid op een blauwe maandag besluit om de daarin opgenomen rechten en vrijheden op te heffen.
Mevrouw Berx is duidelijk een wijze les van haar partijgenoot en toenmalig premier Tindemans vergeten die het ontslag van zijn regering aankondigde met de volgende woorden: “De Grondwet is voor mij geen vodje papier.”. Een Ministerieel besluit en een provinciaal besluit moeten dan ook voldoen aan alle bepalingen van de Grondwet.
Wie de Grondwet aan zijn laars lapt, lapt de rechtstaat aan zijn laars en dus ook de democratie zelf. Het invoeren van een avondklok is de druppel die de emmer doet overlopen. Daar waar een samenscholingsverbod het gebruik van de publieke ruimte gedeeltelijk beperkt, verbiedt een avondklok het gebruik van de hele publieke ruimte. Dit is het verschil tussen vrijheidsbeperking en totale vrijheidsberoving.
Met de invoering van de avondklok wordt een drempel overschreden die een precedentswaarde heeft. Als we dit nu niet klaar en duidelijk aangeven en aldus het beleid oproepen om deze maatregel terug te draaien, dreigen we eens en voor altijd komaf te maken met de democratische rechtstaat. We mogen ons niet neerleggen bij deze manifest ongrondwettelijke maatregel. De vrijheid, eenmaal ze verloren gaat wordt niet snel teruggewonnen.
De Liberale Wereld
Armel De Schreye