Skip to main content

Liberale oplossing voor de klimaatuitdaging

“It’s the economy, stupid!”, een citaat dat tot een politiek principe verheven werd. Nochtans is deze toepasbaar op meer dan enkel de politieke wereld. De wereld van vandaag kent talloze uitdagingen. Eén van de belangrijkste is ongetwijfeld de klimaatsverandering en de vervuiling van onze planeet. Voor linkse populisten en groen-links zijn de boosdoeners bij uitstek de vrije markt, de financiële markt en de meedogenloze multinationals. Het zijn nochtans net deze spelers die met concrete oplossingen komen voor de uitdagingen van vandaag en morgen.

We moeten niet onze welvaart opofferen om de strijd tegen de klimaatopwarming te winnen. Niet alleen zetten we dan onze samenleving op het spel maar bovendien zal dit de minst beschermden nog het meeste treffen.

De term Goede Samaritaan is meer dan ooit van toepassing op onze drie zogenaamde boosdoeners, want zij zijn niet bij de pakken blijven zitten. Zij luisteren wel naar de stem van de burger. Reeds in 2008 trad een groep Zweedse pensioenfondsen naar voor die, nadat ze de diverse klimaatrapporten hadden doornomen, wensten te investeren in groene initiatieven. Na een strikt eliminatieproces selecteerden zij de bedrijven die mee hun schouders konden zetten onder de strijd tegen de klimaatverandering.

Een telefoongesprek en een reeks vergaderingen met de WTO later, werd de beslissing genomen om een nieuw financiële instrument het leven in te blazen, ‘The Green Bond’. ‘The Green Bond’ is één van de antwoorden van de financiële markt voor investeerders die wensen te investeren in milieuvriendelijke projecten en bedrijven. Om als een ‘Green Bond’ te worden beschouwd dient het project aan de volgende voorwaarden te voldoen;

  • Gebruik van de verzamelde middelen
  • Procedure van project evaluatie en selectie
  • Het beheer van de middelen
  • Reporting

Zodoende worden de projecten geëvalueerd op hun primaire doelstellingen en dienen de middelen gebruikt te worden voor ecologische projecten en onderzoek. De uitgever van ‘Green Bonds’ dient evenwel uit te leggen hoe het geld besteed zal worden en de doelstellingen ervan uit te zetten.Ter bevordering van transparantie moeten uitgevers van obligaties minstens jaarlijks rapporteren over de activiteiten, de voortuitgang en de impact die tot dan teweeg is gebracht. Mensen worden hierdoor behoed voor de aankoop van een groene kat in een zak.“De tijd voor blanco leningen aan overheden en bedrijven is gedaan.”

Het zullen de vrije markt en de investeerders zijn die met hun centen bedrijven zullen evalueren over hun prestaties en niet de overheid die subsidies in naam van burger schenkt aan projecten en onderzoek, die vaak te lang duren en het gewenste resultaat niet behalen.

Over overheden gesproken, in de nasleep van het succes van de ‘Green Bonds’, zijn diverse landen ook begonnen met het inbrengen van een kader en zelfs met het uitgeven van Soevereine Green Bonds (hierna SGB genoemd). De Europese voortrekkers van SGB zijn Nederland, Polen en Frankrijk, samen met de andere lidstaten van de EU hebben ze meer dan 40% van alle SGB ter wereld uitgeven.

Duitsland is deze maand ook begonnen met uitgeven van SGB, zijnde onder een ‘Twin Bond’ systeem, waarbij de ‘Green Bonds’ van de Duitse overheid gelinkt zijn aan een conventionele obligatie, met dezelfde duur en interestrente. Elke lidstaat krijgt hier de vrijheid om te bepalen onder welke vorm ze hun SGB willen uitgeven. Dit bevordert de keuze van de investeerder en respecteert de beleidskeuzes van de lidstaten om de gezamenlijke doelstellingen aan te pakken.

Het succes is de EU ook niet ontgaan, meer zelfs, deze heeft hier een voortrekkersrol genomen met haar ‘Green Deal’, waarin een kader werd gebracht en een groene mouw aan de Europese middelen werd geweven. De EU is zelfs een stap verder gegaan met het invoeren van het “Do No Significant Harm”-principe waarbij de verkregen fondsen moeten dienen voor projecten die de andere ecologische doelstellingen niet negatief beïnvloeden. Zodoende wordt een evenwicht bewaard en kunnen projecten niet worden gestart met financiering afkomstig van ‘Green Bonds’ ten nadele van de andere ecologische doelstellingen bv. Klimaatmitigatie ten kosten van klimaatadaptie.

Dit brengt de nodige duidelijkheid en omkadering zodat er geen misbruiken plaatsvinden en de nodige ruimte wordt gegeven voor het behalen van de klimaatdoelstellingen.

Het gevolg is dat meer en meer overheden de rangen van de financiële instellingen vervoegen in het uitbrengen van dit nieuwe ecologisch financieel instrument. Het resultaat? Het totaalbedrag van ‘Green Bonds’ alleen overstijgt 255 miljard euro met verwachtingen dat de grens van 300 miljard euro overschrijdt wordt, dit is uitgezonderd de andere groene investeringen die hier niet onder vallen.

Deze cijfers spreken voor zich, vraag en aanbod zijn het antwoord. Er is een groeiende vraag naar groene oplossingen en groene projecten die de ecologische uitdagingen het hoofd kunnen bieden. Waar een nijpende vraag is zullen marktpartijen deze vraag tegemoet komen. Financiële instellingen hebben dit goed begrepen en verstaan dat er een groeiend deel van hun klanten naar een moderne en liberale aanpak hunkert, waarbij ze kunnen beslissen in welke projecten te investeren. Dit allemaal met een grotere transparantie.

Overheden hebben dit evenzeer begrepen en geven zelf groene obligaties uit. De tijden veranderen en de publieke sector heeft dit geleerd, hierbij kunnen ze obligaties uitgeven voor het verkrijgen van (her-)financiering van projecten zoals het moderniseren van energiebronnen, openbaar vervoer, waterzuivering, opkuis van vervuilde industrieterreinen en onderzoek, die traditioneel minder aandacht krijgen. De burgers bepalen naar welk groen project met rendement hun investering gaat. Een volgende stap zou de verhoging zijn van de financiële grens voor het heffen van belasting uit interesten afkomstig uit ‘green bonds’.

De tijd voor blanco leningen aan overheden en bedrijven is gedaan. De moderne burger wil weten wat er met zijn geld gedaan wordt. Het is niet voldoende om een rente te betalen, de burger verwacht verantwoording en transparantie. Het is onvoldoende om een overheidsbegroting te geven waarin een schatting van de uitgaven gegeven wordt. Deze trend naar meer verantwoording zal verder toenemen. Een vooruitgang zou zijn dat dit model zich uitbreidt en de overheden ook verantwoording afleggen voor het bedrag dat ze proberen in te zamelen voor andere projecten. De nieuwe ideeën zoals het impactrapport brengt een wind van vernieuwing en zet de overheid aan tot een efficiënter beleid.

Het is een kwestie van tijd vooraleer dit werkelijkheid zal worden, tot dan zal de burger met conventionele obligaties zijn honger moeten stillen met de overheidsbegroting en vage rapporten die de overheid ons toedient.

Henrique Fialho