Skip to main content

De noodkreet van de alleenstaande Belg.

 

“Zijn belastingen onrechtvaardig voor singles in België?”; “Alleenstaanden worden fiscaal benadeeld”; “Als je arm wil zijn, blijf dan vooral single”; “Single zijn? Dat kost je een pak meer”

Dit zijn slechts enkele titels die men tegenkomt wanneer men op zoek gaat naar de fiscale situatie van vrijgezellen in België. Het hoofd boven water houden wordt steeds moeilijker voor sommige mensen. De vastgoedprijzen stegen in de eerste helft van dit jaar met bijna 6% en ook de huur schiet de hoogte in, kredietverlening bij de banken wordt steeds moeilijker, en bovendien wordt het dagelijkse leven er door de coronacrisis niet goedkoper op, maar het grootste probleem voor alleenstaanden in België is de belastingdruk.

35% van het totaal aantal huishoudens in België bestaat uit 1 persoon. Dit zal volgens een studie verricht door het Federaal Planbureau stijgen naar 42% tegen 2070.

Als alleenstaande is het leven altijd duurder, niet alleen kunnen de dagelijkse lasten niet gedeeld worden tussen partners, maar ook op fiscaal vlak kennen singles een sterke benadeling ten opzichte van koppels. Volgens het OESO-rapport over de belasting op loon in 2020 is België – net als in 2019 en 2018 het geval was – koploper op vlak van de belastingdruk voor singles. Alleenstaanden zonder kinderen met een gemiddeld bruto-inkomen van €49.565 per jaar, betalen er in 2020 52.7% belastingen. We kenden de voorbije 10 jaar reeds een daling van deze belastingdruk van 3.5%, maar hiermee is de strijd nog niet gestreden.

Er is al eerder gebleken dat de grootste vijand van de alleenstaanden in ons land de forfaitaire belasting is die geen rekening houdt met de exacte gezinssamenstelling. Als single kan je in dit land op bitter weinig fiscale voordelen rekenen. De hogere dagelijkse levenskost en moeilijkheid om op een betaalbare manier huisvesting te vinden, dragen ook elk hun steentje bij aan het statuut van fiscale paria die de alleenstaande boven het hoofd hangt. Het goede nieuws? Er is (eindelijk) beterschap op komst. Het slechte nieuws? Het Vlaamse regeerakkoord belooft dit louter te onderzoeken, hetgeen betekent dat er een reële kans is dat het gaat om ‘windowdressing’, en niet om concrete maatregelen.

De vrienden-erfenis en afschaffing van de woonbonus

Er zijn al een aantal belangrijke stappen gemaakt die (deels) gezorgd hebben voor een begin van gelijkheid tussen koppels en alleenstaanden. Zo houdt de regeling rond de vriendenerfenis in dat er een tariefverlaging komt wanneer iemand beslist een deel van zijn nalatenschap na te laten aan een vriend. Deze vriend wordt dan (voor een maximumbedrag van €15.000) beschouwd als een verwant in eerste graad. Dankzij de afschaffing van de woonbonus kunnen koppels dan weer niet langer genieten van het dubbele belastingvoordeel. Aan deze afschaffing zijn natuurlijk ook nadelen verbonden voor de alleenstaanden, zij zien het voordeel ook door de neus geboord.

Er zijn verregaande maatregelen nodig om deze discriminatie te bestrijden, maar in het huidige regeerakkoord zullen op dit front niet veel resultaten worden geboekt, omwille van de duidelijk voorzichtige aanpak van het probleem door de Vlaamse regering. Het beestje is benoemd, nu moet het nog bestreden worden. Wat zijn hiervoor nu concrete mogelijkheden?

De hervorming van de belastingvrije schijf

Ons fiscaal systeem is gestoeld op het klassieke gezin – bestaande uit 2 ouders en 2 kinderen. In de toekomst zullen echter steeds minder huishoudens in dit beeld passen, waardoor de vraag rijst of we het huidige systeem niet beter zouden herdenken.

Ieder van ons heeft recht op een belastingvrije schijf. Dit houdt in dat op een portie van het loon geen belasting geheven wordt. Voor personen met kinderen ten laste ligt die belastingvrije schijf hoger dan voor personen die niemand ten laste hebben. Een mogelijk antwoord op de groeiende ongelijkheid in belastingheffing zou de gelijktrekking van deze belastingvrije schijf kunnen zijn. Gezinnen met kinderen genieten dan nog steeds van de kinderbijslag die ze krijgen, en het voordeel van deze gelijktrekking zou zijn dat de belastingvrije schijf stabiel blijft gedurende heel het leven van de persoon in kwestie. Wanneer de kinderen nu uit huis gaan, zal de belastingvrije schijf in het huidige systeem afnemen, waardoor de belastingdruk opnieuw stijgt voor de betrokken personen. Indien dit systeem hervormd zou worden, zal dit niet meer het geval zijn, hetgeen zorgt voor een verhoogd zekerheidsgevoel bij de burgers.

Het huwelijksquotiënt

Niet alleen kinderen hebben een invloed op de hoeveelheid belastingen die betaald worden, maar ook de burgerlijke staat van een persoon heeft een niet te onderschatten impact. Het zogenaamde huwelijksquotiënt bestaat erin dat tijdens de berekening van de belasting een deel van de beroepsinkomsten van de partner met het grootste inkomen overgeheveld wordt naar de andere partner. Dat deel wordt dan aan een lager tarief belast en dit zal de in totaal verschuldigde belasting verlagen. De vraag die hier gesteld dient te worden, is in hoeverre het huwelijksquotiënt nog dient toegepast te worden, in een maatschappij waar de ratio tussen alleenstaanden en koppels evolueert naar 1 op 1.De fiscale hervorming van deze zaken ligt politiek enorm gevoelig. Ik geloof echter dat deze ethische vragen gesteld dienen te worden, nu onze maatschappij voor een ongekende crisisperiode staat, waarin iedereen baat zal hebben bij de meest gunstige – en eerlijke – fiscale situatie. De impact van de huidige gezondheidscrisis zal ongetwijfeld bij iedereen voelbaar zijn, doch alleenstaanden dreigen de grootste dupe te worden indien we blijven verdergaan in de huidige situatie.

De single-toets

Enkele partijen pleiten reeds enige tijd voor een ‘single-toets’, een maatregel waarbij elke nieuwe beleidsmaatregel getoetst zou worden op de gevolgen voor de alleenstaanden. Deze single-toets is zelfs opgenomen in het Vlaamse regeerakkoord, doch hierin wordt enorm voorzichtig omgesprongen met de gemaakte beloftes. De specifieke discriminatie wordt aangekaart en er wordt impliciet gezegd dat de ongelijke behandeling niet hoort, maar totdat onze regering klaar is om krachtige daden achter de woorden te plaatsen, hebben belangenorganisaties nog steeds veel marge om deze problematiek aan te kaarten. Hopelijk neemt de federale regering deze bezorgdheid ook mee want zij hebben de belangrijkste fiscale hefbomen om deze onrechtvaardige discriminatie eindelijk aan te pakken.

De redactie