Skip to main content

De beelden van de hongerstakers die sinds 23 mei actie voerden, blijven op het netvlies gebrand. De gezondheid van de actievoerders gingen steeds verder achteruit. Nadat ze geen voedsel meer tot zich namen, weigerden ze sinds kort ook te drinken. Meer nog, sommigen hadden zelfs hun lippen toegenaaid. Het zijn rauwe beelden… en plots kwam ze in beeld, een vrouwelijke arts die het lot van de actievoerders toelichtte, Rita Van Obberghen.

Ze voert het woord en geeft vlot interviews, onder meer aan “De Ochtend”. Daar stelt de journalist de volgende vraag: “Ik kan mij inbeelden dat zo een actie op een bepaald punt onomkeerbare gevolgen heeft.”.

Van Obberghen antwoordt: “Ja, dat willen wij als artsen voorkomen. Ik denk, de mensen zelf willen dat ook voorkomen. Zij zijn daar om papieren te krijgen, om als dit over is terug te kunnen werken en in orde zijn om terug te kunnen werken. Zij willen dat ook, wij willen dat maar er kan altijd iets gebeuren.”.

De journalist is bezorgd over het nieuws dat vier jongemannen ook hun mond hebben dichtgenaaid. Vreemd genoeg verglijdt de toelichting dan van het medische naar het politieke: “Met naald en draad hebben ze zelf hun lippen aan elkaar genaaid. Dat is deels symbolisch om te zeggen ‘wij hebben hier niets te zeggen’. Maar zo willen ze ook bewijzen dat ze echt niets eten.”.

Het interview gaf ons een wrange nasmaak. Waarom wil de arts ook dat ze papieren krijgen? Waarom brengt de arts de politieke boodschap die gekoppeld is aan het dichtnaaien van de mond? Wat is hier aan de hand?

Onze redactie besluit haar naam even door Google te halen. Weer duikt dezelfde arts op, ditmaal in een artikel van De Morgen. Ook nu weer blijkt ze de ‘spreekbuis’ te zijn van de hongerstakers. Ze verwijst naar een hongerstaking van 2009 en citeert: “De hoop is sterk: als het in 2009 gelukt is, waarom nu dan niet?”.

Vervolgens vinden we een filmpje van de betrokken arts daterend uit … 2009.

Het blijkt een campagnefilm van de PVDA te zijn. Ditmaal treedt de arts als politicus naar voor. Ze legt hierin uit tien jaar ervaring te hebben in ‘derdewereldlanden’ als arts, vooral in El Salvador en de Filipijnen.

Ze staat blijkbaar zoals steeds op de lijst van de PVDA.

Ze zegt letterlijk in het filmpje: “Mijn interesses zijn door mijn derde wereld ervaring vooral mensen uit de derde wereld, het multicultureel publiek en dan hangt daaraan vast de sans-papiers.”. Het filmpje gaat voort en blijkt plots te gaan over, u raadt het: de hongerstakers. Het betreft diezelfde hongerstakers waarnaar ze verwees in haar interview in 2021. Ze geeft aan de hongerstakers bij te staan: “De medische situatie wordt zelfs gevaarlijk en ze hebben bijstand nodig.”. Vervolgens ziet men beelden van de arts bij de hongerstakers en weer blijkt ze zich te ontpoppen tot een politieke spreekbuis: “Voor hen is het feit van te protesteren veel belangrijker dan hun gezondheid die achteruitgaat.”.

In het filmpje dat dus nota bene een campagnefilmpje is voor de PVDA laat ze de hongerstakers ook rechtreeks hun boodschap brengen.

En dan gebeurt het. Na drie minuten en zeven seconden spreekt de ‘arts’ wederom: “Ik vind een hongerstaking helemaal geen chantage. Als je chantage pleegt, sta je in een machtspositie. Deze mensen staan met hun rug tegen de muur. Ze hebben alles geprobeerd en er komt geen antwoord. Die mensen hebben geen stem en hebben geen rechten. Het is enkel hun eigen lichaam dat ze kunnen kwaad doen en daardoor een beetje aandacht vragen. Dit zijn geen criminelen, die mensen gebruiken geen geweld. Als ze geweld gebruiken is het naar zichzelf toe. Ik denk niet dat dit in de definitie van chantage staat. Ik denk dat het moeilijk is om te blijven komen als je het gewoon doet als hulpverlener. Je moet een klein beetje de mensen begrijpen en weten waarom ze het doen. En ik denk zo steunt ge sowieso. De steun die ik geef is eerder psychologisch dan echt medisch….”.

Het blijft hier niet bij. Ze gaat vervolgens volledig de politieke toer op: “Ik vind het onverantwoord dat de minister een omzendbrief beloofd heeft en dat daar een jaar later niets van in huis komt. Moesten er duidelijke criteria geweest zijn, dan zouden die mensen niet in hongerstaking zijn gegaan. Wij zijn voor een duidelijk beleid, duidelijke criteria. Nu is het precies of hongerstaken een van de criteria geworden is om aan papieren te geraken en dat vind ik niet verantwoord[1].”.

Het blijft niet bij 2009. Bij elke hongerstaking sinds 2009 duikt Van Obberghen op.

We overlopen even. Ook tijdens de hongerstaking van 2012 duikt de “arts/politiek activiste” op. Ook nu weer vindt de hongerstaking plaats aan de VUB. Ook nu weer naaien sommigen hun mond dicht. Ook nu weer staat Rita hen bij. ‘Bij de start van de hongerstaking woog hij 74 kilogram, nu nog 61,5 kilogram’, zegt huisarts Rita Van Obberghen, die de hongerstakers medisch opvolgt: ‘Af en toe dienen we hem nog wat vocht toe, met een spuit tussen zijn lippen. Een hongerstaking kan ik begeleiden, maar een dorststaking zou niet te verantwoorden zijn.‘.

Flash forward naar 2014. In een artikel van “Solidair”[2] wordt gewag gemaakt van een hongerstaking. 150 mensen zonder papieren bezetten een leegstaand gebouw in Molenbeek. 50 van hen besloten een hongerstaking aan te gaan. Weer hetzelfde verhaal wordt naar voor gebracht: “Deze mensen zijn al lang in België, ze hebben nooit papieren gekregen. Zij hebben nochtans gewerkt, zijn geïntegreerd in hun wijk en hebben vrienden gemaakt.”.

En jawel, Rita Van Obberghen bezoekt als dokteres van Geneeskunde voor het Volk tweemaal per week de hongerstakers. Wederom geeft ze een interview waar ze de politieke eisen van de mensen nog eens aankaart: “De situatie is zeer ernstig en kritiek. Er zijn al heel wat mensen gehospitaliseerd, maar nadien komen ze terug naar hier. De mensen zijn vastbesloten om tot het einde te gaan, om het recht te verwerven op het leiden van een waardig leven.”.

In alle hongerstakingen van mensen zonder papieren in ons land blijkt er één constante te zijn: Rita Van Obberghen. Ze staat ook steeds de pers mee te woord en ze geeft de ene keer al explicieter dan de andere expliciete steun aan de eisen van de “sans-papiers”.

Dit is geen toeval meer. Haar politiek engagement bij de PTB/PVDA is continu. Ze gaf dit zelf aan in het fameuze campagnefilmpje van 2009. Zo was ze in 2014 kandidaat voor de lijst van de Kamer van de PTB-PVDA. Idem voor de lokale verkiezingen van Brussel-stad.

Haar engagement gaat trouwens, zo zegt ze zelf, terug tot haar tien jaar lange inzet in de “derde wereld”. Daar liggen de wortels van haar engagement.

Het vergt enig opzoekingswerk maar dan duikt een artikel op van de Nederlandse krant Het Vrije Volk van 14 januari 1987 dat haar “engagement” onder een heel ander daglicht brengt.

Hieruit blijkt dat Rita Van Obberghen  anderhalf jaar in de oorlogsgebieden van El Salvador werkte. Onder uiterst moeilijke omstandigheden -het regeringsleger bombardeerde bijna dagelijks de kampen van het FMLN- verpleegde de Belgische arts de gewonden, aldus het artikel uit 1987. Uiteindelijk raakte ze zelf gewond en diende ze te worden geëvacueerd.

Het FMLN (Front Farabundo Martí voor Nationale Bevrijding) is een guerrillabeweging die ontstond onder de vleugels van Fidel Castro in 1979 en actief was in El Salvador. Zij vochten een bloedige strijd uit met het regeringsleger van El Salvador. Pas in 1991 sloten ze een vredesakkoord met de regering. De FMLN was verantwoordelijk voor bomaanslagen, moorden, brandstichting en allerhande gewapende operaties op het platteland en vanaf 1988 in de steden…van een inzet in de derde wereld gesproken!

Daar blijft het niet bij. Terug in België leert ze haar partner kennen, die actief was met solidariteitswerk in Chili. Samen vertrekken ze in oktober 1987 naar Manilla op de Filipijnen. Rita werkt met vrouwen in de sloppenwijken, Bert op het platteland en bij de door de communistische partij van de Filipijnen geleide guerrilla.

In 1998 werd via de uitgeverij EPO een boek uitgebracht van haarzelf en haar partner over hun jarenlange inzet bij allerhande guerrillaorganisaties. Deze inzet was geenszins beperkt tot El Salvador of Zuid -Amerika[3].

Graag citeren we even: “Het Belgische paar De Belder en Van Obberghen werkten 8 jaar lang op de Filippijnen voor westerse niet-gouvernementele organisaties (ngo’s). De Belder kneep er regelmatig tussenuit om de New People’s Army (NPA) medisch bij te staan. Van Obberghen kon tot haar spijt niet mee[4].”.

Uit hun boek blijkt haar verregaand engagement aan de zijde van extreemlinkse guerrillabewegingen een rode draad te zijn.

In dit boek is tevens duidelijk dat haar engagement aan de zijde van deze militaire guerrillabewegingen haar niet tot inkeer heeft gebracht, integendeel: “Neen, het communisme is niet dood”, zegt ze. “Integendeel, het onrecht en de uitbuiting hier in België zitten de mensen hoog. Het protest van de massa groeit. De mensen willen een nieuwe, een andere en rechtvaardiger samenleving.”.

Het doctrinaire vuur blijft duidelijk branden bij Rita Van Obberghen. In een interview in De Standaard stelt ze hieromtrent in 2013: “Natuurlijk was de strijd de moeite waard. Ik ben nogal optimistisch van karakter. Ik blijf geloven in ons politiek project. Daarom werk ik nu voor Geneeskunde voor het Volk en ben ik actief lid van de PVDA.[5]”. Dankzij de guerrilla ben ik geworden wie ik ben en daar ben ik best trots op.”.

Men kan niet anders dan besluiten in het licht van al deze elementen dat de PTB/PVDA de zwaksten van de samenleving, namelijk de sans-papiers, misbruikt om een eigen politiek doel te bereiken, namelijk het veroveren van politiek terrein op klassiek links en het verwezenlijken van regularisaties en dit om vervolgens te kunnen scoren voor eigen achterban zoals reeds bleek uit het campagnefilmpje van ‘Arts’ Rita Van Obberghen van 2009.

De situatie van de hongerstakers en hun behandeling wordt maximaal afgeschermd van de buitenwereld. Artsen en hulpverleners zonder politieke overtuiging worden actief geweerd en pogingen tot fact-finding van externe organisaties worden gesaboteerd.

Het enige dat de wereld over de sans-papiers te zien krijgt, is wat de organisatie wil dat we zien. Over wie de hongerstakers de mond heeft dichtgenaaid worden geen vragen gesteld.

De PVDA wees de regeringspartijen jarenlang de loodzware morele verantwoordelijkheid toe van de doden op de Middellandse zee. Nu maakt ze zich schuldig aan een veel zwaarder feit, namelijk het bewust in gevaar brengen van mensen die te kwetsbaar zijn om hun eigen grenzen af te bakenen.

Een arts mag uiteraard een eigen politieke voorkeur hebben en uitdragen, maar wanneer hierbij de levens van andere mensen betrokken zijn en hun gezondheid op het spel staat en men tegelijkertijd de pet van arts en activist opzet en dit ook actief uitdraagt via campagnefilmpjes voor een politieke partij, wordt een grens overschreden. Als men bovendien aangeeft dat een hongerstaking om een doel te bereiken geenszins chantage is en als blijkt dat diezelfde arts aangeeft dat ze dankzij de guerrilla ‘is geworden wie ze is’ en er trots op is, verlaat men de rol als arts en wordt men politiek militant. Dan moet men zijn of haar gelijk halen via democratische weg en niet via het instrumentaliseren van hongerstakingen die levens in gevaar brengen.

Wij zijn verheugd dat deze vreselijke hongerstakingen zijn opgeheven, maar gezien de hongerstakers bijna op de rand waren van leven en dood weigeren wij om te zwijgen over de meer dan twijfelachtige rol van de PVDA achter en voor de schermen.

Armel De Schreye & Carlo Van Grootel, redacteurs van De Liberale Wereld


[1] https://www.youtube.com/watch?v=u3ho1TJkmcw

[2] https://www.solidair.org/artikels/acties-en-hongerstaking-van-mensen-zonder-papieren-brussel-strijd-voor-een-waardig-leven

[3] Kaama, Bert De Belder en Rita Vanobberghen, uitgeverij EPO. Prijs: É 40,-. ISBN: 9064450587.

[4] https://www.doorbraak.eu/gebladerte/10451f27.htm

[5] De Standaard zaterdag 6 april 2013, terroristen of vrijheidsstrijders?

Heb jij een suggestie voor een nieuwe opinie? Laat het ons weten!