Heel mijn leven heb ik op een GO! School gezeten, waar ik de kans kreeg om op mijn 13de voor Niet-Confessionele Zedenleer (NCZ) te kiezen. Een keuze die mij als individu gemarkeerd heeft omdat ik opgevoed ben door een moeder die moslima is. Voor mijn 13de heb ik dan ook de lessen Islam gevolgd en Arabisch geleerd om de koran te kunnen interpreteren in de oorspronkelijke taal. Op mijn 13de vroeg de leerkracht Niet confessionele zedenleer mij na een interessante discussie of ik NCZ zou willen volgen. NCZ waar men dogma’s leert inruilen door vraagstukken, vanzelfsprekendheden door vraagtekens. Waar men een filosofische opvoeding op basis van rede en wetenschap krijgt in plaats van vooroordelen & hartstochten.
Onlangs is er een post van Maurtis vande Reyde verschenen omtrent de financiering van levensbeschouwelijke vakken. Het blijkt dat er jaarlijks 302 miljoen euro naar de financiering van de levensbeschouwelijke vakken gaat (dan nog enkel bij het Vlaams gemeenschapsonderwijs). Wat op het eerste zicht toch wel een grote som geld is. Die reflex gaf mede de aanleiding aan een opiniestuk over de rol van de diverse levensbeschouwingen in het gemeenschapsonderwijs.
Wat verbazingwekkend is, is dat de eindtermen van de diverse levensbeschouwingen uiteindelijk neerkomen op hetzelfde. Namelijk het creëren van kritische studenten die kennis hebben over wat er aan de hand is in de wereld. Hoe ze daarmee moeten omgaan en vooral hoe ze op een niet dogmatische manier kunnen reflecteren aan de hand van de wetenschappelijk bewezen informatie. Is het dan de moeite waard om iedereen in verschillende klassen op te delen op basis van de gekozen geloofsovertuigingen van de ouders?
Ik vind van niet, maar dat idee botst volgens degene die hier tegen zijn met Artikel 2 van EVRM. Waarin staat dat:” de Staat het recht eerbiedigen van de ouders om (voor hun kinderen) zich van die opvoeding en van dat onderwijs te verzekeren welke overeenstemmen met hun eigen godsdienstige en filosofische overtuigingen.” Maar als de eindtermen van de diverse erkende godsdiensten hetzelfde zijn ( met dan als extra kennis van het respectievelijk geloof van de ouders) kan men toch opteren voor één klas?
Één klas waar alle leerlingen los van de overtuiging van hun eigen ouders kennis meekrijgen over de diverse godsdiensten. Ook de godsdiensten die op dit moment wegens een tekort aan quota geen recht hebben op onderwijzing bij het GO ( Bv Sikhisme, Rastafarianisme, Pastafarisme). Alsook het belangrijkste van al, bij iedereen de kritische reflex kunnen ontwikkelen om alles in vraag te durven stellen.
De drie grote monotheïstische godsdiensten hebben alle 3 filosofen gekend die religie met wetenschap konden verzoenen, die niet dogmatisch waren, die kritisch waren en bijgevolg ook het pluralisme in acht hielden. Dan denk ik aan Ibn Rush bij de Islam, Thomas Van Aquino bij het Christendom en de jonge Spinoza bij het Jodendom. De vraag is dan, waarom zouden we de klassen nog opsplitsen?
Als ze bij het nieuw alternatief niet enkel over het geloof van hun eigen ouders maar ook over andere levensbeschouwingen iets kunnen bijleren. Versta me niet verkeerd, dit is geen pleidooi voor besparingen bij het onderwijs, noch voor een assimilatie van de jongeren. Maar puur en alleen een pleidooi voor het besef dat we een pluralistische samenleving zijn. Dat we gaan moeten samenleven met elkaar, wat vlotter gaat indien we zowel onszelf als de andere beter begrijpen. Misschien kunnen we dan wel uitgaan dat het gemeenschapsonderwijs wellicht de toekomstige gemeenschap ten volle een kans geeft om te bloeien en te experimenteren in de toren van Babel die onze samenleving is.
Een vrije bijdrage van Akbar Ali Akram voor De Liberale Wereld