Hoe gewapende drones het verschil maken in de Ethiopische burgeroorlog
In Ethiopië werd op 9 januari een vluchtelingenkamp in Tigray door een aanvalsdrone getroffen. Er vielen 56 doden en 36 gewonden waaronder kinderen. Dit was het zoveelste dieptepunt in de burgeroorlog die nu al een jaar woedt tussen het regeringsleger en de het Tigrese Volksbevrijdingsfront (TPLF). De gebeurtenis haalde amper de internationale media.
Toch is er meer aan de hand. Het is het zoveelste conflict waarbij de inzet van gewapende drones zorgde voor een drastische omslag…
Het Ethiopische leger viel ongeveer een jaar geleden de regio Tigray binnen om eens en voor altijd de daar actieve rebellen, het Tigrese Volksbevrijdingsfront (TPLF) uit te schakelen. De bevolking van Tigray werd echter het doelwit van zware wraakacties van het Ethiopische leger, waardoor de bevolking deze rebellen begon te steunen. Het Ethiopische leger begon onder zware druk te staan van de rebellen. De burgeroorlog die daaruit voortvloeide zorgde voor veel burgerslachtoffers aan beide zijden. Het regeringsleger begon snel zware nederlagen te lijden en de rebellen veroverden in sneltempo gebieden op het regeringsleger. Een maand geleden stonden de Tigrese rebellen nog op 250 kilometer van de hoofdstad van Ethiopië, Addis Abeba.
Dan keerden de kansen van de rebellen volledig. Het Ethiopische leger ontving grote wapenleveringen vanwege de Verenigde Arabische Emiraten. Naast traditionele wapens werd een grote partij gewapende luchtdrones afgeleverd. Meer specifiek betrof het de Turkse Baytar TB2-drones. De bewapende drones werden onmiddellijk ingezet en na een rits zware verliezen trokken de rebellen zich terug naar Tigray. Heden, amper een maand later, blijken ze ook daar het doelwit te zijn van deze gewapende drones. De inzet van deze drones blijken de kansen van de strijdende partijen totaal gekeerd te hebben.
Wat voorafging: het geheim achter de succesvolle blitzkrieg van Azerbeidzjan tegen Armenië
De overwinning van Azerbeidzjan tijdens het recente conflict met Armenië over de enclave van Nagorno-Karabach is eveneens te danken aan de massale inzet van gewapende drones tegen de Armeense grondtroepen. Op 29 september 2020 begonnen de vijandelijkheden tussen de twee landen. Het leger van Azerbeidzjan veroverde in ijltempo bijna het hele gebied van Nagorno-Karabach. Net voor het conflict kocht Azerbeidzjan zowel bij Turkije als bij Israël een rits drones.
Zo werd in juli vanuit Turkije een gewapende dronevloot afgeleverd die bestond uit de Bayraktar TB2 drones. Vanuit Israël werden zogenaamde zelfmoorddrones geleverd (IAI Harop). Beide type drones werden uitvoerig ingezet in het korte maar intense conflict en met resultaat. De helft van de Armeense tanks die actief waren op het terrein werden in anderhalve maand vernietigd.
Na overleg tussen Turkije en Rusland werd op 9 november een staakt-het-vurenverdrag getekend door Armenië, waarbij een groot deel van Nagorno-Karabach onder controle kwam te staan van Azerbeidzjan. Ook hier blijkt de inzet van drones doorslaggevend te zijn. De drones zorgend voor een volledige luchtsuperioriteit en de traditionele luchtafweer had hier geen antwoord tegen. De inzet van relatief goedkope gevechtsdrones zorgen voor een enorme overmacht op de grondtroepen en het materiaal van de tegenstander, inclusief gevechtshelikopters die eveneens werden neergehaald.
Besluit: de inzet van goedkope gevechtsdrones veranderen spelregels van een gewapend conflict
Door de inzet van drones wordt het eenvoudig om grondtroepen, tanks en ondersteunend materiaal snel uit te schakelen. Men moet niet over een overweldigende luchtsuperioriteit beschikken waarbij dure gevechtstoestellen worden ingezet. De inzet van gewapende drones of kamikazedrones volstaat.
Een land kan zich snel en eenvoudig een degelijke luchtmacht aanschaffen. Azerbeidzjan vernietigde voor 1 miljard dollar aan materiaal van het Armeense leger. Deze recente ontwikkelingen maken het tevens eenvoudiger voor landen om grensconflicten snel te beslechten door dergelijke gevechtsdrones in te zetten. Een volgende stap is de inzet van volautomatische gevechtsdrones die zelf hun doelwitten uitschakelen. Ook de verdere automatisering zal zich trouwens niet beperken tot de lucht. Geautomatiseerde gewapende grondsystemen net als marine gevechtstuigen zijn nu reeds in ontwikkeling.
Deze gevechtsdrones blijken ook moeilijk te detecteren door gevechtsvliegtuigen en luchtafweer. Ook hier staat Europa nergens. De meeste drones blijken afkomstig te zijn van de Verenigde Staten, China, Israël en Turkije.
Ons leger beschikt slechts over enkele drones en die dienen dan vooral voor observaties. De recent aangekochte F-35 jachtvliegtuigen bieden geen antwoord tegen deze nieuwe gevechtsdrones die steeds performanter worden. Ze kunnen dagen aan een stuk vliegen en worden steeds autonomer. Ze zijn klein en amper detecteerbaar en naast zwaarbewapende drones bestaan er ook kamikazedrones die zich in het doelwit boren.
Ook de rol van Turkije in dit alles valt op. Naast de hierboven genoemde conflicten speelden zij ook een essentiële rol in het conflict in Libië. Alhoewel het formeel nog een bondgenoot is binnen de NAVO blijken zij steeds meer een eigen koers te varen waarbij de door hen ontwikkelde drones pasmunt worden om bepaalde landen te steunen.
Het voorspelt weinig goeds wat betreft het potentieel om bij grensdisputen terug te grijpen naar een militair antwoord en niet een diplomatiek overleg. Een set van zes Turkse Bayraktar TB2 gevechtsdrones met logistieke ondersteuning en grondoperatiesystemen kost slechts enkele tientallen miljoen euro’s[1].
Het is meer dan tijd dat Europa zich goed bezint over deze ontwikkelingen net als binnen de NAVO.
We moeten goed de gevolgen inschatten van deze zorgwekkende ontwikkelingen en dit zowel wat betreft de aanschaf en ontwikkeling van afweersystemen tegen deze drones als de vraag waar deze automatisering van deze drones naartoe gaat. Wat ons betreft moet het in laatste instantie wat betreft de inzet van gevechtsdrones het steeds de mens zijn die de trekker overhaalt. Dit principe moeten we in de internationale fora verdedigen en verdragsmatig vastleggen.
Wat betreft ons leger moeten we eveneens dringend een eigen drone policy ontwikkelen en dit in samenspraak met onze buurlanden (Benelux). Verder investeren in jachttoestellen is duidelijk een aflopend verhaal.
We moeten inzetten op enerzijds een grotere dronevloot en anderzijds moeten we investeren in afweermechanismes om drone aanvallen te kunnen voorkomen.
De redactie van De Liberale Wereld
[1] https://www.middleeastmonitor.com/20220107-turkeys-drones-diplomacy-in-africa/