Betaalbaar wonen is één van de grote uitdagingen voor het hele Brussels gewest. Om een gezonde sociale mix te houden, moet het ook voor jonge starters mogelijk zijn om een betaalbare en kwaliteitsvolle woning te vinden. Daarom zou een duurzaam stedelijk huisvestingsbeleid het aanbod op de huurmarkt met verschillende maatregelen een duwtje in de rug kunnen geven.
Onze Belgische Grondwet voorziet iedere burger in een recht op behoorlijke huisvesting. Toch staan in ons gewest meer dan 45.000 gezinnen op wachtlijsten voor een sociale woning. De publieke middelen voor nieuwe sociale huisvesting zullen schaars blijven en, zoals uit cijfers van 2018 blijkt, is een blijvende stijging van het aantal sociale woningen ook geen goede zaak voor het sociale weefsel van onze hoofdstad. In Ukkel (4,6 sociale woningen per 100 huishoudens), Sint-Gillis (4,3) en Vorst (5,1) lagen het aantal sociale woningen al hoger dan in Vlaanderen (4,2). In Brussel is dat zelfs 7,7 sociale woningen per 100 huishoudens.
Het Brussels Gewest heeft de kaap gerond van de verwerving van 1.000 instapklare sociale woningen sinds het begin van deze legislatuur in 2019. Dat maakte de staatssecretaris voor Huisvesting Nawal Ben Hamou (PS) op 23 maart jl. bekend. Uiteraard gaat dit gepaard met publieke financieringen in een gewest met prangende uitdagingen inzake schuldfinancieringen.
De vraag voor echte liberalen is dan ook hoe we meer betaalbare woningen kunnen voorzien buiten het circuit van de sociale huisvestingsmaatschappijen.
Mensen die een grote eengezinswoning willen verdelen in verschillende wooneenheden, kunnen bijvoorbeeld aangemoedigd worden dit te doen via renovatiepremies voor de aanpassingswerken. Veel oudere mensen wensen zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven wonen, zelfs al is dat na het uitvliegen van de kinderen te groot geworden. Kangoeroe-wonen of zorg-wonen kan dan voordelen bieden met meer sociaal contact voor de oude dag.
Een eengezinswoning omvormen tot meergezinswoning moet ook administratief in orde worden gebracht via de gemeentelijke diensten van de ruimtelijke ordening. De brandweer moet de omvormingsplannen goedkeuren en de kadastrale inschrijving dient te worden aangepast. De vraag die men zich kan stellen is of de gemeente eerder zal optreden als adviseur dan als controleur bij dergelijke plannen die (betaalbare) huisvesting ten goede komen en vereenzaming kunnen afremmen.
Samenwerking met een Sociaal Verhuurkantoor (SVK) moet misschien nog meer gepromoot worden. Interessant is dat bij renovatie de eigenaar, via het SVK, een gewestelijke renovatietoelage kan krijgen. In sommige gemeenten, zoals Etterbeek onder het beleid van MR-Burgemeester Vincent De Wolf, voorziet dergelijke samenwerking een gedeeltelijke terugbetaling van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing aan de eigenaars die een goed verhuren via een SVK.
Toch even waarschuwen dat er in het Brussels Gewest stringente woonnormen inzake minimale veiligheids-, gezondheids- en uitrustingsvereisten gelden. Die normen zijn perfect verdedigbaar voor nieuwbouw maar zijn veel te streng voor bestaande gebouwen (de 19 gemeenten hebben veel gebouwen ouder dan 30 jaar). Dit moet absoluut bijgestuurd worden. De lopende hervorming van Staatssecretaris Smet van RUR (Regionale Urbanistische Reglementering – RRU) betreft enkel de nieuwbouw of zware renovatie onderworpen aan stedenbouwkundige vergunningen; een gemiste kans om meer flexibele reglementering toe te laten voor bestaande woningoppervlaktes.
In Vlaanderen en Wallonië geldt een norm van natuurlijke verlichting via een vensteroppervlakte van minimum 1/14 van de woonruimte en een verplichte plafondhoogte van 2.20 m. Voor Brusselse studio’s is dat respectievelijk 1/10 en 2.30 m. Brusselaars worden soms verweten een dikkere nek te hebben, maar dat ze gemiddeld 10 cm groter zijn dan de andere Belgen, was ons niet bekend.
Een snelle aanpassing van de Brusselse huisvestingsreglementen (een beslissing van de regering) zou dus meer woningruimte toelaten in bestaande huizen. Het kan bijdragen tot duurzame renovatie van bestaande huizen met aanpassing van onder meer voldoende verlichte kelder- of zolderkamers in degelijke huisvesting voor studenten en alleenstaanden. Het biedt een betere benutting van het bestaande woningpark en ja, ook een nieuw rendement voor de eigenaars. Het zou een zachte rem zijn op de ongebreidelde bouwplannen van publieke sociale huisvesting die door de belastingbetaler wordt betaald.