Beste Alexander, Beste Jan, mag er nog een jonge middenklasse zijn? Van een Open VLD’er en een NVA’er verwacht ik uiteraard een volmondige ja. Wie kan er dan ook tegen een jonge middenklasse zijn? Een sterke en brede middenklasse zorgt ervoor dat we er allemaal op vooruit gaan. Helaas, vertaalt zich dat niet in jullie beleid. Bij het zien van het afschaffen van de woonbonus en het invoeren van een taks op effectenrekeningen, stel ik mij daar vragen bij. Willen jullie echt nog een jonge middenklasse?
Een eigen huis is al generaties de basis van de middenklasse in België. Een eigen huis is een veilige investering. Het zorgt voor zekerheid, het functioneert als appel voor de dorst en na afbetaling van de lening kan je goedkoper wonen dan bij huren. Een eigen woning wordt echter onhaalbaar voor vele jongeren.
Sinds de financiële crisis is het verkrijgen van een lening moeilijker geworden. Banken zijn, al dan niet terecht, veel conservatiever geworden in het verstrekken van de lening. Het bedrag dat geleend kan worden is kleiner en de eigen bijdrage moet groter zijn. Met de huidige woningprijzen kom je al snel aan 80.000 euro eigen inbreng, zeker in de centrumsteden wat vele jongeren verkiezen. Een tendens die de regering beweert te willen stimuleren vanuit ecologische overwegingen. Zonder hulp van de ouders kunnen meeste jongeren dit niet betalen. Niet eens zo lang geleden kon je voor dit bedrag zelfs een volledige woning kopen.
Alsof de huidige prijzen nog niet hoog genoeg waren schafte de Vlaamse regering de woonbonus af in 2020. In twee fasen verloren jongeren een belastingvoordeel dat op 25 jaar tijd 34.000 € per persoon kon opleveren. Bovendien moeten zij nu op de markt concurreren met verhuizers die dit voordeel wél genieten en dragen ze bij aan de reeds bestaande woonbonussen. De jongste generaties financieren hun eigen concurrenten, en we organiseren een vermogenstransfer van huurders naar huiseigenaars. Qua Mattheuseffect kan dit tellen.
Er werd ons voorgespiegeld dat de afschaffing van de woonbonus zou leiden tot lagere woningprijzen. Helaas zien we vandaag de dag het omgekeerde. De woningprijzen zijn niet gedaald maar zijn enkel nog sneller gestegen. 5,7% op 1 jaar tijd voor huizen, 7 % in de centrumsteden en 6,8% voor appartementen, de hoogste stijging in 10 jaar. Op een jaar tijd is dat algauw 15.000 € erbij, ruwweg het minimumloon in dit land. Zelfs gecompenseerd voor de rentes neemt de afbetaling van een woning vandaag minstens 50% meer van het gezinsbudget in dan 25 jaar geleden. Een eigen woonst wordt zo steeds meer een utopie.
Maar wanneer de Vlaamse regering zulke stappen zet, dan kan de federale regering niet achterblijven natuurlijk. De federale regering keek hiervoor al snel naar effectenrekeningen. Als jongere anno 2021 zijn er enkele zekerheden: spaarboekjes leveren niets op, kasbons of obligaties leveren eveneens niets op en op een degelijk pensioen later gaan we waarschijnlijk niet moeten rekenen. Dus kijk je als jongere al snel naar langetermijn tak-23 fondsen. Het laat jongeren toe om met beperkte middelen toch een gedifferentieerde portefeuille aan te houden en een hoger rendement na te streven om zo ook later voor eigen pensioen te zorgen. Bovendien betaalt een alleenstaande gemiddeld 54% belastingen in dit land dus is het belastingvoordeel wanneer dit voor pensioensparen gebruikt wordt meer dan mooi meegenomen.
En laat het nu net deze tak-23 zijn die wordt geviseerd door de overheid. Wat in het regeerakkoord werd beschreven als solidariteitstaks op de hoogste vermogens bleek in de praktijk al snel een vermogensbelasting op effectenrekeningen boven het miljoen. Helaas blijken de effectenrekeningen gekoppeld aan tak-23 fondsen ook getroffen te worden. Zelfs al heb je zelf maar enkele honderden euro’s geïnvesteerd in het fonds, het totale fonds is snel groter dan 1 miljoen euro en wordt dus belast.
Persoonlijke effectenrekeningen die boven het miljoen uitkomen kunnen eenvoudig ontsnappen. Onder het mom van risicospreiding kunnen meerdere rekeningen over verschillende banken aangehouden worden, wat door de fiscus aanvaard wordt. Zo liggen de rekeningen onder de grens van 1 miloen euro en wordt de persoonlijke effectenrekening vrijgesteld van de taks. Wie deze mogelijkheid niet heeft zijn de jonge middenklassers met het tak-23 fonds, die al weinig alternatieven hadden buiten deze fondsen. De taks schiet zo zijn doel voorbij en zal niet betaald worden door grote vermogens maar door jonge middenklassers.
Na het verliezen van de woonbonus is dit dus weer een extra belasting die voornamelijk op de schouders van jonge middenklassers terecht zal komen. De suggestie van minister Van Peteghem dat kantoren die taks dan maar niet moeten doorrekenen bevestigt helaas enkel het cliché van de ivoren toren. Wel een mogelijke oplossing zoals reeds aangegeven door verzekeringsorganisatie Assuralia is om tak-23 fondsen te belasten niet ten hoofde van de verzekeraar maar ten hoofde van de belegger en enkel indien deze meer dan 1 miljoen euro in het fonds heeft.
Het Vlaamse beleid leidt ertoe dat jongeren steeds kapitaalkrachtiger moeten zijn om een eigen woning te verwerven. Het federale beleid belast hen dan weer meer dan de grotere vermogens tijdens het verwerven van dit kapitaal. En zo rest mij enkel nog de vraag na het afschaffen van de woonbonus en het invoeren van de tak-23 taks: Beste Alexander, Beste Jan, mag er nog een jonge middenklasse zijn?
Jarno Van de Voorde voor De Liberale Wereld