Skip to main content

Vroeg of laat hebben wij allemaal ooit jammer genoeg met een uitvaart in onze familie of kennissenkring te maken. Om verrassingen te vermijden inzake de kosten van een begrafenisceremonie kan iedere burger een uitvaartverzekering aangaan. Hoewel, twee categorieën landgenoten moeten zich niet te veel zorgen maken vermits hun koffietafel royaal kan zijn, namelijk de meeste van onze ambtenaren en zeker ook onze parlementairen. Een kijkje op heel dit gebeuren geeft de Vivaldi-regering misschien inspiratie om ook in deze domeinen logische kostenbesparende maatregelen te voorzien.

Wellicht wist u al dat er een uitvaartvergoeding voor gepensioneerde ambtenaren bestaat? Waarschijnlijk zal u toch verschieten bij de hoogte ervan: meestal wordt één maand verloning van de gepensioneerde ambtenaar door de federale Pensioendienst gegund als vergoeding bij zijn of haar begrafenis. Men kan zich al de vraag stellen of deze bedragen boekhoudkundig en budgettair voldoende worden geprovisioneerd ? 

Deze vraag moet niet enkel aan de Minister van Pensioenen, Mevrouw Karin Lalieux, gesteld worden maar naar alle bevoegde Ministers en hun agentschappen en diensten (politie, leger, VRT, NMBS, provincies, rijksuniversiteiten, …). Het Vlaams Departement Onderwijs voorziet bijvoorbeeld zeer duidelijk dat nabestaanden van een (geheel of gedeeltelijk) vastbenoemd onderwijspersoneelslid aanspraak maken kunnen op een begrafenisvergoeding.

Voor parlementairen van AL onze assemblees in dit leuke land geldt de regel van een vergoeding van 2 maand bruto verloning voor de verkozene (of ex-verkozene EN ook iets voor hun echtgeno(o)t(e) of levenspartner) PLUS hun gezinsleden ten laste. In het Vlaamse Parlement geldt twaalfden van het bedrag van de jaarvergoeding voor familieleden en 2 twaalfden voor verkozenen. We gaan ervan uit dat al deze reglementen ook plenair gestemd werden want artikel 179 van onze Grondwet stelt dat “Geen pensioen, geen gratificatie ten laste van de staatskas kan worden toegekend dan krachtens een wet.”  

Zoals Prof. Stijn Baert (UGent) een maand geleden in HLN schreef en tweette: Waarom worden er voordelen toegekend die de gewone werknemer (in casu ambtenaar, laat staan de burger) niet heeft? 

Voor ambtenaren geldt immers:

– Enkel een vergoeding ter hoogte van één maand, geen twee;

– De regel dat de ambtenaar al gepensioneerd moet zijn; voor de verkozene geldt dit ook tijdens zijn of haar mandaat of verder actief leven;

– Dat dit forfaitair voordeel enkel voor de uitvaart van de betrokkene zelf geldt waar de voor de verkozenen des volks dit ook mag worden uitgebreid naar uitvaarten van hun levenspartners en hun kinderen ten laste.

De gunst van een begrafenisvergoeding voor zittende en ex-verkozenen werd onzes inziens door alle assemblées van alle federale entiteiten overgenomen (Vlaams, Brussels, Waals Parlement, en deze van de Franse & Duitstalige Gemeenschappen, en wellicht ook de provincieraden. Senatoren hebben geen wedde maar enkel een vergoeding bepaald door de deelstaatparlementen.)  

Over de 2 maand bruto vergoeding voor uitvaartkosten van (actieve of gepensioneerde) politici (versus 1 maand voor overleden ambtenaren met pensioen) – mogen we hier ook veronderstellen dat de “hoge ambtenaren van de Kamer” zich ook met het stelsel van de 2 maand (ook actief of gepensioneerd) hebben begunstigd? Of worden we door het nieuws van de voorbije weken toch weer iets te argwanend? Toch eens best laten nakijken…

Vraag: Quand il pleut à Paris, va-t-il pleuviner à Bruxelles? 

In Frankrijk heeft President Macron dit parlementair gunstregime al fors gemilderd tijdens de eerste legislatuur van zijn eerste mandaat. De Franse Assemblée Nationale heeft, op voorstel van haar quaestuur, in maart 2018 die uitvaartpremies van hun (ex)-leden substantieel verminderd (van € 18.000 naar € 2.800). Blijkbaar overleven de gunsten van het Ancien Régime in ons land wat langer…

In België krijgt de familie dus bij het overlijden van een (voormalig) parlementslid 2 maanden bruto parlementaire vergoeding…  Kan het echt niet met minder? Of zijn de koffietafels van overleden politici nu eenmaal verplicht riant? Kan dit retroactief worden aangepast, met name voor verkozenen van vorige legislaturen, die hun Parlement reeds verlieten? Hebben de quaestoren van onze Parlementen hiervoor ook de nodige boekhoudkundige provisies aangelegd? Hopelijk moet een audit niet vaststellen dat deze vergoeding kan gecumuleerd worden voor verkozenen die in verschillende assemblées zetelden in verschillende legislaturen.  

En nog een laatste vraag: moet dit gehele systeem niet op de schop? En dit zowel voor politici als voor ambtenaren? Die piste werd al eens beslist in 2013 door de federale regering Di Rupo, echter na sociaal overleg en enkele juridische bezwaren, werd er tien jaren geleden beslist om de uitvaartvergoeding toch te behouden. Het is immers zo dat de begrafenisvergoeding wordt uitbetaald bij overlijden van een gepensioneerde ambtenaar. Ze wordt gefinancierd met een inhouding van 0,5 procent op het vroegere pensioen van de overledene. Het plan in 2013 was die inhoudingen te laten bestaan, maar te stoppen met de uitkering van de vergoeding. Dat stond toen echter haaks op het imago van de overheid als loyale werkgever.

Anderzijds moet men (bijv. via het Rekenhof) eens de rekening maken over hoeveel geld dit gaat: neem nu het totaal van actieve en gepensioneerde ambtenaren maal € 2.500 per gemiddelde uitkering. Hoog genoeg om de regeling over nieuwe rekruten al serieus neerwaarts te herzien. Gelet op de Europese druk om ons pensioenstelsel grondig te herzien, moet alles bespreekbaar zijn en liefst daar waar het minste pijn kan geschieden.

Voor onze verkozenen gaat het ook om een niet te onderschatten totaal aantal sommen: Als we eens de volgende provisieberekening maken op basis van 2 maanden bruto vergoeding, zegge tweemaal € 8.000, voor 2 levenspartners (anderhalf in de regionale parlementen) 150 kamerleden, respectievelijk 124, 75, 89 en 25 van het Vlaaams, Waals, Brussels en Duitstalig parlement (dus zonder Wallonie-Bruxelles, de ex-Senaat èn de provincieraden), dan komt men op een te budgetteren provisie van 12 miljoen euro per legislatuur (in de wetenschap dat niet iedereen herverkozen wordt maar wel die rechten behoudt van de vorige zittingsperiode).

Horen we binnenkort een marche funèbre over deze voorbijgestreefde voordelen in de Wetstraat?

Chopin – Marche Funèbre (Funeral March) – YouTube

Een bijdrage van Frederic Convent voor de Redactie van De Liberale Wereld