Skip to main content

Om stagflatie goed te begrijpen, is het eerst en vooral nodig om naar het verleden te kijken en welke lessen we daaruit getrokken hebben. Alle structurele oorzaken die vroeger voor stagflatie zorgden, zijn vandaag opnieuw aanwezig. Dit opiniestuk toont de ernstige situatie van de economie aan als er niet wordt ingegrepen door de Europese Centrale Bank.

Lessen uit het verleden

Volgens een rondvraag van Deutsche Bank ramen professionele beleggers de kans op stagflatie in de Verenigde Staten op 22 procent. Voor Europa loopt dit zelfs op tot 33 procent. Driekwart van de institutionele beleggers ziet het als de grootste bedreiging voor de markten[1].

Deze vrees is meer dan terecht. Stagflatie is bijzonder schadelijk voor de economie. Het combineert twee elementen: een stilvallende economie (geen extra consumptie meer, werkloosheid die stijgt) en tegelijkertijd oplopende inflatie. Vandaar het woord stagflatie, een samenvoegsel van stagnatie en inflatie.

Aan de basis van stagflatie lag in het verleden telkenmale een snel oplopende energieprijs. Voelt u hem al komen? Door onrust in de Golfregio schoten de olieprijzen in de jaren 1970 omhoog. Toenemende energieprijzen vertalen zich rechtstreeks in de economie met zes maanden vertraging. De consumenten hebben minder besteedbaar inkomen, want ze moeten meer uitgeven aan energie en dit voor verwarming en vervoerskosten. Bijgevolg ontstaat een duivelse spiraal. Ook de bedrijven worden immers geconfronteerd met een hogere energiekost en rekenen dit vervolgens door in de prijzen aan de consumenten. Het smelten van metaal, het maken van plastiek, het produceren van meststoffen enzovoorts is immers bijzonder energie-intensief. Bijgevolg kan de producent niet anders dan dit door te rekenen. De gewone burger verliest dus dubbel.

De toegenomen prijzen vertalen zich in een toename van de index waardoor de lonen van de publieke en private sector zullen toenemen. Dit brengt verdere kosten met zich mee waardoor de bedrijven wederom hun prijzen moeten optrekken.

Aldus ontstaat een zelfvoedende loon-prijsspiraal. Werknemers bekomen loonsverhogingen om dezelfde koopkracht te behouden bij stijgende prijzen, waarna de bedrijven hun prijzen moeten opdrijven om dezelfde winst te maken. Eenmaal deze spiraal op gang komt is het bijzonder moeilijk voor de overheid en de centrale banken om in te grijpen.

De voorlopig laatste periode van stagflatie duurde van 1966 tot 1982. De Amerikaanse centrale bank (Federal Reserve) zag zich toen genoodzaakt om de rente op te trekken tot 20% om de spiraal te doorbreken (de zogenaamde Volckershock van de toenmalige baas van de Federal Reserve). Deze rentes veroorzaakten echter de ergste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog, met torenhoge werkloosheid en een crash op de huizenmarkt als rechtstreeks gevolg.

Hoe is de situatie vandaag?

Wie er de grondstofprijzen op naslaat en dit zowel wat betreft voedsel (palmolie, rijst, granen, koffie, papierpulp), energie (aardolie, gas en steenkool) als de metaalprijzen kan alleen maar vaststellen dat de prijzen sinds januari 2020 door het dak gaan en veel hoger liggen dan voor de start van de pandemie. Veel bedrijven hadden hun productie drastisch gereduceerd door de pandemie en kunnen bijgevolg de huidige vraag niet aan nu de nationale economieën volop hernemen. Er zijn tekorten in de bevoorradingsketen die eveneens veroorzaakt werden door de pandemie.

Er is echter meer aan de hand. Zo is er sprake van arbeidstekorten en hebben veel Westerse consumenten geld opgepot door de pandemie dat nu gretig wordt uitgegeven.

De inflatie in de eurozone is heden al opgelopen tot 4,1%. Dat is het hoogste cijfer in 20 jaar. In Duitsland bedraagt de inflatie reeds 4,5%. In de Verenigde Staten loopt de inflatie al uit naar 5,1%.

Ondanks dit duidelijk knipperlicht blijven de grote centrale banken met de ECB op kop stilzitten. De rente wordt niet opgetrokken en dit terwijl de inflatiedoelstelling van de ECB van 2% duidelijk overschreden is. Ook de vele schuldaankoopprogramma’s blijven vrolijk doorlopen.

De overheden hebben allerhande investeringsprogramma’s opgestart. Zo kent Europa de Green Deal die volop investeert in het klimaat. Onze eigen overheden blijven maar tekort op tekort verzamelen en blijven eigen investeringsprojecten opzetten. Hierdoor worden de overheden mee de aanjager van inflatie. De vele infrastructuurwerken vergen immers grondstoffen (beton, koper, metaal, etc) en de vergroening van het wagenpark doet dit eveneens wat betreft elektronica (chips, grondstoffen voor batterijen, etc.).

Tegelijkertijd is er echter een enorm probleem wat betreft het aanbod. Banken staan door groene financieringsnormen veel weigerachtiger tegenover investeringsprojecten in mijnbouw om de nodige grondstoffen aan te leveren voor deze groene bonanza.

Al deze elementen wijzen op een structureel inflatieprobleem dat geenszins tijdelijk is.

Ook zijn er steeds meer signalen dat de voedselvoorziening leidt onder de klimaatopwarming, wat eveneens inflatie met zich mee brengt.

Deze week nog raakte bekend dat het Internationaal Monetair fonds (IMF) haar vooruitzichten voor de inflatie in de VS aanpast. Het IMF voorziet dat, in tegenstelling tot eerdere prognoses, de hoge inflatie in de VS tot halverwege volgend jaar kan gaan duren.

Besluit

Ondanks deze vele indicatoren blijven de centrale banken volhouden dat de inflatie slechts tijdelijk is. Indien zij hierin volharden en te laat de rente optrekken, zal de prijs voor onze economie hoog zijn en zal de welvaart van de burgers moeten inboeten.

Eenmaal stagflatie realiteit is, kan dit enkel met een drastische renteverhoging worden tegengehouden. Dit zal de overheidsschuld dramatisch doen toenemen aangezien de rente op de overheidsschuld oploopt en er dus meer geld naar rentebetalingen zal gaan. Tegelijkertijd zal werkloosheid oplopen en zullen bedrijven meer rente moeten betalen voor het geleend kapitaal. Dit scenario moet absoluut vermeden worden, aangezien dit onze hele economie kan ontwrichten voor een lange tijd.

De vrees bestaat echter dat de centrale banken terughoudend zullen zijn om op te treden omdat dit de schuldenaren mogelijks in de problemen brengt. Het betreft zowel de vele overheden die momenteel opkijken tegen een torenhoge schuldenberg als de bedrijven en de particulieren. Als ze echter blijven stilzitten, zal de pijn voor de overheid, de burgers en de bedrijven nog vele malen hoger liggen.

Deze inflatieopstoot is niet tijdelijk daar er structurele oorzaken aan verbonden zijn. De vele investeringsprojecten in de Verenigde Staten die President Biden op stapel heeft staan (Bidennomics) en in de Europese Unie gecombineerd met de klimaatomslag en de vergrijzende bevolking (in China en Duitsland) wijzen op een kantelpunt in de globale economie. Ook de aanhoudende pandemie blijft de globale aanvoerketen verstoren.

Indien de Centrale Banken niet snel optreden, dreigt de vicieuze inflatiespiraal onhoudbaar te worden en zit men gevaarlijk dicht bij echte stagflatie.

De economische groei in China is immers momenteel sterk aan het dalen (4,9%) en ook de Duitse economie vertraagt (2,6%).

Eenmaal we effectief kunnen vaststellen dat we in stagflatie zitten, is het te laat.

Carlo Van Grootel

Eindredacteur voor De Liberale Wereld


[1] De Tijd, 23 oktober 2021, Hoe beleggen tijdens stagflatie?

Heb jij een suggestie voor een nieuwe opinie? Laat het ons weten!