Het Vlaams Parlement bestaat intussen al 50 jaar. Uiteraard moet dit passend gevierd worden. Dus vond het Vlaams Parlement het een goed idee om in samenwerking met Newsweek een magazine uit te brengen rond het ‘gisteren, vandaag en morgen’ van Vlaanderen. So far so good. De glossy cover herbergt verschillende segmenten, gaande van interviews tot historische duidingen. Bij dat laatste wordt het water plots bruin en troebel.
In het segment ‘Bekende Vlaemsche koppen’ wordt er gekeken naar slechts 14 figuren die ‘de emancipatie van taal en volk vanaf de Belgische onafhankelijkheid tot na de Tweede Wereldoorlog hebben vormgegeven’. Los van het problematische taalgebruik (wie of wat is dat ‘volk’ precies, wie is dat wel of niet?) zien we plotsklaps twee notoire collaborateurs opduiken binnen deze lijst: August Borms en Staf De Clercq.
Twee figuren die samengeteld DRIE keer gecollaboreerd hebben met een vijandelijke, bezettende macht. Zij staan broederlijk langs gezaghebbende figuren als Jan Frans Willems of Hendrik Conscience. Nog een grotere slag in het gezicht is het feit dat deze twee beruchte figuren op dezelfde pagina staan als een liberaal (Julius Hoste jr.) en een socialist (Camille Huysmans) uit dezelfde periode.
De beschrijving maakt het alleen maar erger. Men schrijft dat Staf De Clercq ‘15% van de Vlaamse stemmen kon winnen’. Wat willen ze hiermee zeggen? Dat Vlamingen inherent wel iets voelen voor fascisten? Dat ‘de Vlaming’ makkelijk te misleiden is? Bovendien wordt nergens een kritische noot geplaatst. Wat is hier aan de hand?
Het is uiterst ironisch dat het Vlaams Parlement deze figuren waardig acht om geprezen te worden. Indien Borms of De Clercq hun zin hadden gekregen zou het Vlaams parlement, of enig welk parlement tout court, nooit bestaan hebben in de eerste plaats. Fascisten houden niet van afwijkende meningen, laat staan democratie.
De Clercq richtte op 7 oktober 1933 het Vlaemsch (Vlaams) Nationaal Verbond (VNV) op. Het doel van deze beweging was ‘de bevrijding van het Vlaamse Volk en de bevordering der Nederlandse volksgemeenschap’. Hiermee werd de opheffing van België bedoeld en de stichting van een autoritaire ‘Groot-Nederlandse’ of ‘Dietsche’ staat.
Na de Duitse inval begon het idee te rijpen bij het VNV dat een Duitse heerschappij wel eens permanent kon zijn en de oorlog op Europees vasteland definitief beslecht was ten voordele van Nazi-Duitsland. Veel Vlaams-nationalisten voelden dan ook dat de tijd rijp was om –alweer- samen te werken met de Duitse bezetter, met als einddoel de oprichting van een Vlaamse of Dietse staat. Collaborateurs waren voor de bezetters vooral nuttige pionnen op hun schaakborden. Sommigen kwamen tot dit inzicht, anderen nooit. Dit alles koste vele Vlaamse levens. Vlamingen die niet mee wilden gaan hierin of stilzwijgend moesten toezien hoe hun rechten en vrijheden ingeperkt werden als ze niet tot ‘het volk’ behoorden.
De krant ‘Volk en Staat’, de spreekbuis van het VNV, blokletterde de titel ‘Een merkwaardige rede’ op 13 november 1940, waarin Staf De Clercq resoluut met het VNV koos voor collaboratie. Of het nu naïviteit of hypocrisie is laten we in het midden, maar zonder enige vorm van Duitse garanties verbond hij terstond het lot van het VNV met de nazi’s.
Dit betekende ook dat deze ‘fiere Vlaeming’ zich bediende van nazi-technieken om de ‘de Nieuwe Orde in Vlaanderen te vestigen’. Dit hield in dat alle vormen van individualisme moesten onderdrukt worden ten voordele van de ‘Volksgemeenschap’ (let op het gebruik van het woord ‘volk’, een volk ontdaan van alle elementen die niet extreemrechts zijn), het ‘Führerprinzip’ maakte parlementaire democratie overbodig en tenslotte waarschuwde De Clercq voor ‘De Engelsche hetzers, de woekeraars en de joden’. Het gedachtegoed van de nazi’s werd gretig overgenomen.
Op 13 augustus 1942, vlak voor de dood van De Clercq, was te lezen in Volk en Staat (uitgegeven door het VNV): “De zuiveringsmaatregelen tegen de joden volgen mekaar sterker op en worden met de dag strenger toegepast. Het schijnt zo dat we stilaan rondom onze redactiekantoren weer ruimer zullen kunnen ademhalen en nu er week na week huizen en appartementen in de buurt leegkomen kunnen we tenminste eens rustig van huis naar kantoor en van kantoor naar huis wandelen.”
Dit was vlak na de eerste deportatie van Joodse slachtoffers vanuit de Dossin-kazerne…
De onverschilligheid die hieruit op te tekenen is, is een zwarte vlek in Vlaanderens geschiedenis, niet iets om te adoreren en zeker niet iets om fier op terug te blikken bij de lustrumviering van het Vlaams parlement wat toch het hart van de democratie hoort te zijn.
August Borms maakte het zo mogelijk nóg bonter, hij werd tweemaal veroordeeld voor collaboratie met de Duitsers, in beide wereldoorlogen. Na zijn activistische avontuur in WOI kiest deze recidivist opnieuw resoluut voor de collaboratie in WO2. Zo werd hij onder meer een symboolfiguur die opriep om aan het oostfront te vechten.
Op persoonlijk vlak maakte hij bijvoorbeeld in 1943 een reis door Duitsland en de bezette gebieden om uiteindelijk ook een stop te maken in Auschwitz, Polen. Hier werd Borms met zijn dochter ontvangen door een delegatie van IG Farben, die onder meer verantwoordelijk waren voor de productie van synthetische rubber en olie. Ook hielden zij het patent op Zyklon B. Het uitroeiingskamp Birkenau lag amper 3 kilometer verderop. De Bormsen moeten geweten hebben wat daar speelde. De geur van verbrande lijken was kilometers ver te ruiken. De schouwen van de crematoria rookten onophoudelijk. Dit bevestigden later niet enkel getuigenissen van gevangenen, maar ook omwonenden.
Toch trokken ze daarna huiswaarts, waarna de dochter, Anita Borms, een luchtig artikel schreef. Uitroeiing en genocide? Werd verzwegen. Kan dus allemaal door de beugel. Tot aan het einde van zijn leven had August Borms dan ook spijt dat Hitler de oorlog verloren had, zelfs toen hij voor het vuurpeloton stond.
Opnieuw zien we hier weer de onverschilligheid naar anderen die niet tot ‘het volk’ behoren in werking. Eigen waanideeën eerst. Een ‘grootse’ Vlaming die vooral groots was in het verknechten van Vlaanderen en België aan buitenlandse mogendheden. Twee keer zelfs. Een ezel zou zich normaal gezien geen twee keer aan dezelfde steen mogen stoten, maar soit.
Daarom is het op zijn zachtst gezegd vreemd dat zowel de socialistische als liberale partijen dit hete hangijzer grotendeels aan hen voorbij hebben laten gaan. De ideologische erfgenamen zwijgen liever. Angst om niet te raken aan de heilige huisjes van de Vlaams-nationalisten?
Ook de kosten zijn navenant: dit glossy, kritiekloos geschreven magazine kostte de belastingbetaler maar liefst 90.000 euro. De laatste keer dat men ten dele fascisten promootte met zoveel belastinggeld moet toch ongeveer een dikke tachtig jaar geleden zijn.
Moesten we echt een markante Vlaming uit die periode nomineren lijkt het beter om een weerstandsstrijder te kiezen zoals Marcel Louette. Deze verzetsstrijder redde een hoop landgenoten van het fascisme door verzets- en onderduikacties. Een Antwerpenaar, een liberaal en een Vlaming die stug bleef doorzetten tegen schijnbaar onoverkomelijke vijanden.
Een Vlaming die opkwam voor de zwakkeren terwijl de meesten liever de andere kant uitkeken. Een Vlaming die niet zijn eigen landgenoten verraadde ten voordele van een buitenlandse mogendheid. Kortom, een Vlaming waar men wél fier op kan en mag zijn.
Men schaamt zich precies niet langer om fascisten op een voetstuk te plaatsen. Onze weerstanders en verzetsstrijders zijn tussen de plooien van de geschiedenis gevallen ten voordele van fascisten, zoals men kan zien aan de publicatie van het Vlaams parlement. De oorlog heeft het verzet dan wel gewonnen, maar de herinnering niet. Is dit waar we het bij moeten laten?
Zij verdienen beter.
Vlaanderen verdient beter.
Redactie De Liberale Wereld